WONEN IN ITALIË – Weer terug

Don Aldo is weer terug. Hij is genezen van de vergiftiging van een aantal weken geleden. Op de markt van Ceva kom ik de koster van de kerk, Carla, tegen. "Don Aldo draagt vanmiddag de mis op in de kapel van San Bernardo. Het zou leuk zijn als het vol zat." Ik beloof Carla te komen.

Mombarcaro is rijkelijk bedeeld met kerken en kapellen. En allemaal worden ze met enige regelmaat gebruikt. Zo wordt in het kleine kapelletje van buurtschap San Bernardo één keer in de vier weken een mis opgedragen.

Met vijftien, twintig man zit de kapel al bomvol dus Carla heeft niets te vrezen. Ik besluit er lopend heen te gaan dan heb ik ook nog een mooie middagwandeling. Als ik aankom, staat er een kluitje oude mensen voor het kerkje.

Daar is de Panda van Carla, die ook als chauffeur van de pastoor optreedt. Don Aldo stapt uit. Carla draagt een soort schoenendoos met misattributen de kapel binnen. De monstrans steekt er bovenuit.

Ik stap op Don Aldo af en geef hem een hand. Ook de anderen gaan om hem heen staan. Hoe is het met hem? Hij lacht en zegt dat ie drie dagen heerlijk heeft geslapen door die pil. Als ik vraag of ze de klusjesman die de slaappil in zijn koffie heeft gedaan, al te pakken hebben, zegt hij: "Ach het was een 'poverino'. Ik ben helemaal niet boos op hem. Anderen hebben hem tot z'n daad aangezet".

De man nam een enveloppe met 9000 euro mee, geld dat bestemd was voor de kindervakantieweken van een vijftal parochies.

Dan gaan we de kapel in. Er is geen elektrische verlichting. Carla heeft op het altaar wat kaarsen aangestoken, maar verder is het half donker. Dat komt goed uit want ergens in een hoekje staat Don Aldo zich in zijn kazuifel te worstelen.

De piepkleine kapel zit al gauw helemaal vol. Langs de banken draaft kwispelend Chicci, het hondje van Carla. De sfeer is ongedwongen, er wordt druk gepraat.

De mis houdt een wat rommelig verloop. In plaats van een stichtende preek vertelt Don Aldo over een huwelijk dat hij die ochtend heeft voltrokken. "Het was een Italiaanse jongen die met een Amerikaans meisje trouwde" vertelt hij. "Hij had haar bij een studentenuitwisseling ontmoet. Er waren veel Amerikanen voor de bruiloft overgekomen. Ik heb de voltrekking van het huwelijk half in het engels en half in het italiaans gedaan" gaat hij door. "Maar wat ik nou zo erg vind, die jongen gaat met het meisje mee naar het buitenland, zoals zoveel anderen. En zo zien we dat onze meest intelligente mensen allemaal naar het buitenland verdwijnen. Dat stemt me treurig. Wanneer doet de regering daar nou eens iets aan?" Tja, de regering... schamper commentaar vanuit de kerkbanken.

Waarna hij er de sokken in zet en overgaat tot de rituelen van de communie. Don Aldo kan als geen ander een mis die meestal toch wel een klein uurtje duurt, in twintig minuten erdoorheen jagen. Ik ben allang blij. Even later staan we weer buiten.

Carla verzamelt haar attributen weer en zoeft met Don Aldo en haar hondje weg. Ik sta nog even na te praten met Concetta, een lieve oudere vrouw die de week daarop geopereerd moet worden. "Kom je nog even koffie drinken?" vraagt ze.

Daarna loop ik met buurvrouw Grazia terug naar Mombarcaro. Beiden gerustgesteld in de wetenschap dat Don Aldo weer helemaal de oude is.